Expositie Wat maakt de Fries?
ZA 23 MRT t/m ZO 19 MEI 2024
Expositie i.s.m. FRIA
“Bûter, brea en griene tsiis, wa’t dat net sizze kin is gjin oprjochte Fries.” De zin wordt toegeschreven aan de Friese vrijheidsstrijder Grutte Pier, die hem volgens de overlevering zou hebben gebruikt als test; wie de zin niet kon uitspreken, was geen echte Fries.
Maar wat is dat eigenlijk, een echte Fries? Wat maakt iemand een Fries? Is het de taal? De geschiedenis, de tradities, de folklore? Of is het de omgeving – het landschap met de weidse vergezichten, het vele water, de rust, de ruimte – waaraan de Fries zijn vermeende karaktereigenschappen (trots, nuchter, onafhankelijk) te danken heeft? “Hij is een man van het water en het vlakke land zonder boomen. Zijn oog moet even vrij zijn als zijn wil en handelingen,” schreef J.H. Halbertsma in de 18e eeuw.
De expositie Wat maakt de Fries? toont een zorgvuldig samengestelde collectie kunstwerken van (voornamelijk) Friese beeldend kunstenaars, die met hun werk uitdrukking geven aan hun relatie met Friesland en het Fries-zijn. (Wat máákt de Fries? Zo is de titel ook te lezen.)
Curator van de expositie is Milena Bleeksma, coördinator beeldende kunst bij De Lawei. Bij het maken van de selectie heeft ze gezocht naar diversiteit binnen het thema, zowel wat betreft onderwerpen, als gebruikte materialen en stijlen. Het resultaat is een gevarieerde en boeiende tentoonstelling met ‘Fryslân’ als rode draad.
FRIA
Wat maakt de Fries? is tot stand gekomen in samenwerking met FRIA, de beroepsvereniging van Friese beeldend kunstenaars. FRIA werd opgericht in 1985 als vakbond, om de belangen van de leden te behartigen en een gunstiger kunstklimaat te bevorderen in de regio. Inmiddels is FRIA uitgegroeid tot een levendige beroepsvereniging, die zich op allerlei manieren – d.m.v. museumbezoek, workshops, interventie, exposities, etc. – inzet om de vakbekwaamheid en zichtbaarheid van haar leden te bevorderen. Momenteel telt de vereniging 68 aangesloten kunstenaars, 14 van hen laten hun werk zien in deze expositie.
De kunstenaars
Joke Stapensea houdt zich bezig met verschillende grafische technieken, met name het etsen is haar grote passie. Haar werk is figuratief, hoewel niet realistisch. “De thema’s in mijn werk zijn mens en natuur, water en ijs. Ik hou van Friesland; van het landschap, de puurheid, de tradities, het schaatsen. Ik maak vaak verre reizen, maar ik kom ook altijd weer graag thuis.”
Elise Klinkert maakt dromerige schilderijen, waarin de natuur en dieren een grote rol spelen. “Als ik aan Friesland denk, denk ik aan mijn grootouders. Ze woonden in Kollum. Mijn opa nam me vroeger vaak mee naar buiten. Hij was helemaal gek van vogels, hij keek altijd naar de lucht, ik was wel eens bang dat we met de auto in de berm zouden belanden. Ik ben zelf niet Fries, ik spreek de taal ook niet, maar ik kan er wel door worden geraakt. Ik hou bijvoorbeeld heel erg van de Friese gedichten van Aggie van der Meer, ze gaan over dingen waar mijn werk ook over gaat.”
Het werk van Joke Schepers is mysterieus en geïnspireerd op natuurlijke oersymbolen en archetypen. “Voor deze expositie heb ik werk gemaakt over Mata Hari, de Friese danseres, die furore maakte in Parijs en aan het eind van de Eerste Wereldoorlog werd gefusilleerd op verdenking van spionage. Zij staat voor mij symbool voor hoe ik de Friezen zie: hard van buiten – trots en stoer – maar vanbinnen zacht en kwetsbaar.”
Saskia Wagenvoort maakt fotografische portretten, die ze vervolgens bewerkt met naald en draad om er een extra inhoudelijke laag aan toe te voegen. Van het resultaat maakt ze opnieuw een foto, waardoor schaduw en diepte ontstaat. Haar werk ademt de sfeer van de klassieke schilders zoals Vermeer en Rembrandt, maar dan zonder de donkere achtergrond. Het werk dat ze voor deze tentoonstelling heeft gemaakt bevat herinneringen aan haar Friese oudtante, zoals haar favoriete bloemen, haar servies en stukjes van haar sieraden.
Wia Bouma schildert vooral’ ‘lege’ landschappen, waarin de mens niet of nauwelijks een rol speelt. “Ik ben geboren en getogen in Drachten en ook onze vakanties brachten we door in Friesland, in de natuur en op het water. Mijn jeugdherinneringen en de oude Friese liedjes die we vroeger zongen zijn belangrijke inspiratiebronnen voor mijn werk.”
Aafje Terlaak Poot noemt zichzelf een echte Friezin; ze spreek het liefst altijd Fries in het dagelijks leven. “Ik was eigenlijk portretschilder, maar sinds ik op latere leeftijd de Kunstacademie ben gaan doen, schilder ik voornamelijk landschappen. Ik dacht altijd dat dat niets voor mij was, maar nadat ik het één keer had gedaan is het aan me blijven kleven. Ik gebruik bestaande landschappen als basis, maar vertaal die vervolgens in mijn eigen handschrift, met grove, droge penseelstreken.”
Happy van der Heide werkt als kunstenaar op basis van ‘cradle to cradle’: ze maakt circulaire creaties van afgedankte grondstoffen. “Ik ben opgegroeid in Friesland, in de natuur en op het water. Vanaf mijn elfde maakte ik al de palingen en vissen schoon die door de mannen in mijn familie werden gevangen. Later leerde ik hoe ik de huiden moest looien en bewerken. Ik maak tassen, kledingstukken en objecten van visleer, maar gebruik ook andere restproducten, zoals wol en mijn eigen GFT-afval. De wereld en het milieu gaan me enorm aan het hart; we staan als mens niet los van de natuur, we zijn er onderdeel van.”
Gert Jan Slotboom: “Ik ben geen Fries, maar woon inmiddels al 35 jaar in Friesland en zou nergens anders meer willen wonen. Ik ben al heel lang kunstschilder, maar tien jaar geleden heb ik het roer omgegooid en ben ik mensen gaan schilderen. Het was of ik in een tweede jeugd beleefde, er ging een nieuwe wereld voor me open. Mijn werk gaat over de mens, in de breedste zin van het woord. En dan vooral over de worsteling van de mens, met het leven, met de wereld en met zichzelf.”
Dolly Leemans: “De afgelopen jaren is het vooral de zee die mij inspireert. Vaak ‘en plein air’ geschilderd; de omgeving verandert voortdurend en dwingt je tot snelle keuzes. Het thema van deze tentoonstelling deed me denken aan het boek dat ik onlangs gelezen heb: ‘De Friezen, een geschiedenis’ van Flip van Doorn, waarin hij de schoonheid en de liefde voor het ‘Heitelân’ beschrijft. De doortastendheid van de Friezen, die door het aanleggen van dijken en terpen hun land creëerden, heb ik geprobeerd vast te leggen in het schilderij ‘Seedyk’.”
Johanna Sikma Roorda schilderde toen ze jong was vaak met haar moeder in de natuur op Terschelling. Na een kunstopleiding in Leeuwarden restaureerde ze in de jaren ´60 samen met haar vader rijk beschilderde plafonds in kerken en gebouwen. Daarna woonde en werkte ze lange tijd in Frankrijk. “Frans is de mooiste taal van de wereld, op het Fries na, dat vind ik nóg mooier, met de zangerige toon en volle klanken. We spraken het thuis niet, maar ik voel me wel een echte Friezin.”
Wim Reimert werd geboren in Deventer, studeerde in Groningen en vertrok vervolgens naar Zambia. Dat hij uiteindelijk in Leeuwarden belandde was toeval. “Wat maakt de Fries? In mijn beleving verschillen mensen in wezen niet zoveel van elkaar, ik geloof niet zo in een bepaalde volksaard. Het zijn vooral de omstandigheden en het landschap die bepalend zijn. Friesland wordt gekarakteriseerd door het vele water, eromheen maar ook er middenin. Fries is voor mij: blauw en groen.”
Gerdie de Jong en Joris Collier delen een atelier en werken samen aan kunstprojecten die vaak betrekking hebben op maatschappelijk kwesties. Hun antwoord op de vraag ‘Wat maakt de Fries’ is een 3D-landschap met een levendige bodem, waarin de boer, de natuur en cultuur centraal staan.
Aukje Reitsma is geboren in Boazum, een dorp in de gemeente Súdwest-Fryslân. Ze maakt tekeningen, zowel handmatig als digitaal, gestileerd en figuratief. In haar werk probeert ze altijd de essentie van een persoon of dier te vangen, qua houding, blik en beweging.